Duurzaamheid

De VermogensMeesters en duurzaamheid

 

Verklaring van het bestuur inzake de toepassing van EU-verordening 2019/2088.

 

De Vermogensmeesters hecht aan duurzaamheid. Onder duurzaamheid verstaan we een wereldwijd systeem waarin niet alleen huidige maar ook toekomstige generaties menswaardig kunnen leven van datgene wat de aarde voortbrengt. Dit vergt van ons en toekomstige generaties onder andere een zo laag en efficiënt mogelijk verbruik van grondstoffen (metalen, mineralen en fossiele brandstoffen) en het voorkomen van blijvende vervuiling of aantasting van ecosystemen.

 

Het streven naar duurzaamheid vertaalt zich in ons beleggingsbeleid. We wensen niet betrokken te zijn bij overheden of ondernemingen waar mensenrechten worden geschonden of waar een negatieve houding ten aanzien van het verbeteren van de duurzaamheid van onze wereld heerst.

We prefereren overheden en ondernemingen die positief bijdragen aan het verbeteren van die duurzaamheid. Dat doen we overigens zonder de pretentie te hebben daarmee volledig duurzame beleggingsoplossingen of portefeuilles te kunnen creëren.

 

Het meewegen van duurzaamheid in het opstellen van adviezen of het beheren van portefeuilles, vergt het doorlopend ontvangen en analyseren van betrouwbare en consistente informatie omtrent duurzaamheid. De informatie die we op dit onderdeel gebruiken is afkomstig van Morningstar-Sustainalytics (MS). Deze dataleverancier voorziet in hetgeen volgens EU-wetgeving vereist is en werkt conform de binnen onze sector geldende normen en definities.

 

We hanteren bij zowel het individueel beheer als bij het advieswerk dat we verrichten, onderstaande criteria welke standaard bij beheerportefeuilles worden toegepast en waarop in een adviesrelatie aanvulling of aanscherping van criteria mogelijk is.

 

  1. Vermogensstrategieën

Onderstaande categorieën of subcategorieën worden uitgesloten bij het opstellen van een vermogensstrategie:

  1. Grondstoffen;
  2. Onroerend goed;
  3. Cryptovaluta;
  4. Zogeheten Hedgefunds en op arbitrage gerichte methoden;
  5. Publieke aandelen buiten Europa en Noord Amerika;
  6. Derivaten;
  7. Kunstvoorwerpen en verzamelobjecten.

 

Hiermee voorkomen we betrokkenheid bij beleggingsobjecten die van zichzelf niet duurzaam zijn of waarvan betrouwbare informatie over (o.a.) duurzaamheid moeilijk te verkrijgen is.

 

  1. Selectie van instrumenten

Als gevolg van het uitsluiten van (sub)categorieën zoals hierboven genoemd, beperkt de selectie van instrumenten (externe managers uitgezonderd) zich tot directe aandelen en directe obligaties in Europa en Noord Amerika.

 

In geval aandelen of bedrijfsobligaties worden geselecteerd, worden de volgende duurzaamheidscriteria in acht genomen:

 

  1. Uitsluiting van industrietakken

Onderstaande industrietakken, gebaseerd op de sectorcodering volgens de “Global Industry Classification Standard” (GICS) worden uitgesloten:

  • Gok- en vermaak industrie;
  • Mijnbouw en mijnbouw gerelateerd;
  • Tabak;
  • Fossiele energie;
  • Toerisme;
  • Luchtvaart;
  • Kredietverlening

 

  1. Controversie

We wensen zo min mogelijk betrokken te zijn bij ondernemingen waar controversiële zaken spelen op het gebied van bedrijfsethiek, milieu, personeelsbeleid, bestuurlijke transparantie, keten aansprakelijkheid of valsheid in geschrifte.

Ondernemingen met een MS-controversiescore 3 of hoger (op een schaal van 0 t/m 5) worden uitgesloten. Bij een controversiescore 1 of 2 wordt door ons de berichtgeving van de onderneming meegenomen in ons oordeel.

 

  1. Morele en ethische kwesties

Ondernemingen worden uitgesloten indien zij volgens MS betrokken zijn bij één of meerdere van onderstaande aspecten:

  • Abortus;
  • Seks industrie;
  • Gokken en kansspelen;
  • Bonthandel;
  • Wapens voor niet-militaire doeleinden en
  • Zogeheten “kleine” wapens en clusterbommen.

 

  1. Energie- en waterverbruik

Energie- en waterverbruik bij ondernemingen dienen op een zo laag mogelijk niveau te liggen. De door ons gebruikte MS-indicatoren zijn de CO2-intensiteit en de Wateronttrekkings-intensiteit. Zijn beide of is één van beide naar ons oordeel hoog, dan wordt de betreffende onderneming niet in de selectie opgenomen.

 

  1. Duurzaamheidsrisico

De combinatie van bovenstaande criteria leidt ertoe dat vrijwel uitsluitend de – op het gebied van duurzaamheid – beter dan gemiddeld presterende ondernemingen zullen worden geselecteerd. Het duurzaamheidsrisico (de waarschijnlijkheid van een gebeurtenis op ESG-gebied bij een onderneming met als gevolg een negatief effect op de waarde van de belegging) is daarmee laag.

Desalniettemin wegen we de door MS aangereikte risicoscores op het gebied van duurzaamheid (ESG-risico, CO2-risico, Landenrisico) in ons selectieproces.

Doelstellingen zijn een gewogen MS-ESG-risicoscore kleiner dan 20 en een MS-CO2-risicoscore kleiner dan 7. Het landenrisico is nul.

 

In geval staatsobligaties worden geselecteerd, worden landen buiten Noord Amerika en Europa uitgesloten.

 

  1. Selectie van externe managers

Selectie van externe managers vindt uitsluitend plaats in de categorie Private aandelen (“Private Equity”).

De programma’s en mogelijkheden die we selecteren en onze klanten adviseren, zijn nog louter afkomstig van organisaties met een sterke gerichtheid op duurzaamheid. Dit vertaalt zich bij middelgrote en grote aanbieders van private beleggingsmogelijkheden in programma’s of fondsen met een SFDR artikel 8 of artikel 9 status. Bij kleine aanbieders met als specialisme de ontwikkeling van nog jonge ondernemingen, is dit niet altijd haalbaar. Hier ontbreekt nog vaak het instrumentarium om specifiek en gedetailleerd over duurzaamheid te rapporteren. In deze situaties volstaat een SFDR status artikel 6.

 

We zijn ervan overtuigd dat op deze wijze onze klanten een – uit oogpunt van duurzaamheid – verantwoorde beleggingsportefeuille hebben met een duidelijke focus op instrumenten, ondernemingen en beleggingsoplossingen die bijdragen aan een duurzame ontwikkeling van onze samenleving. We richten ons op de ondernemingen van de toekomst. We durven te stellen dat dit op termijn ook tot uiting komt in een beter dan gemiddeld rendement. Het is echter onmogelijk om aan de combinatie van duurzaamheidscriteria, zoals hierboven omschreven, een te verwachten rendementsverschil te koppelen. Rendement immers is van een veelheid aan factoren afhankelijk.

 

Ook kiezen we er bewust voor om onze aanpak niet te beschouwen als een promotie voor duurzaam beleggen, met als consequentie een definitie van SFDR artikel 8 of zelfs 8+. We zijn te klein om aan alle administratieve verplichtingen die daar bij zouden horen, te kunnen voldoen. Bovendien vinden we het helemaal niet nodig om een externe duurzaamheidskwalificatie te hebben. Transparant zijn over onze aanpak is genoeg.